Meteen naar de inhoud

Verschil manuele therapie-osteopathie-chiropraxie

Verschil tussen chiropraxie, Manuele Therapie en Osteopathie

In de praktijk krijg ik deze vraag heel vaak!

Als patiënt is het vaak moeilijk om te weten waar hij voor zijn specifieke klachten moet zijn en welke therapie hij hierbij kan verwachten. Eén van de grootste onduidelijkheden binnen de zorgsector is het verschil tussen chiropraxie, osteopathie en manuele therapie. Om duidelijkheid te scheppen  vindt u in het eerste deel een stukje geschiedenis waarna in het tweede deel de actuele situatie met wetenschappelijk bewijs.

Chiropraxie hoe het nu gekend staat, startte in 1895 met een zekere Daniel David Palmer. Door een manipulatie (“Kraken”) van de nek uit te voeren, heeft hij een dove man subjectief iets beter laten horen. Of dit al dan niet de waarheid is, doet er niet van af dat een techniek die sinds ongeveer 400 voor Christus (Hypocrates) bestaat, nuttig kan blijken om klachten ter hoogte van het hoofd en de nek-schouderregio weg te werken. Echter de filosofie die chiropractoren hebben om een wervel te manipuleren, is ongegrond. Ze verklaarden dat in geval van bepaalde ziektes een wervel “gesubluxeerd” is en deze teruggeplaatst moet worden. Anatomisch gezien is dit onmogelijk omdat er nog genoeg ligamentaire, benige en musculaire stabiliserende structuren zijn die wervels op elkaar houden. De enige optie waarbij een facetgewricht van een wervel kan luxeren is doormiddel van een onderbreking in één van deze stabiliserende structuren aldus een volledige scheur in ligamentair en/of musculair weefsel of een breuk ter hoogte van de lamina van het wervellichaam. Met zo’n pijn ga je denk ik eerder naar de spoedafdeling.
Dit is meestal een continue, progressief verergerende pijn.

Osteopathie kwam 10 jaar eerder met Andrew Still’s (geboren in 1828) principles of osteopathy. Andrew beweerde dat hij ziektes zoals difterie met een manipulatie (parietaal) kon oplossen. Tot op de dag van vandaag zijn er onderdelen van de osteopathie (visceraal & cranio-sacraal) die het gelijkaardige beweren, maar nog geen bewijs hebben. Osteopaten  vonden dat het uitvoeren van deze techniek onderhevig moest zijn aan het bezitten van een licentie in de Osteopathie. Chiropractoren mochten dit dus niet en vlogen zelfs de gevangenis in voor het uitvoeren van manipulaties. Zowel osteopathie als chiropraxie evolueerde verder in hun eigen denkprincipes. Waar chiropraxie altijd bleef opbotsen tegen de medische wetenschap, werd osteopathie in zekere zin aanvaard.

Tegelijk met de strubbelingen tussen de chiropractoren onderling en tussen de chiropractoren en osteopaten, ontwikkelde zich vanuit de wetenschap kinesitherapie en daarbij ook kinesitherapeuten met manipulatieve technieken. Dit werd als bedreiging aanzien voor het uitroeien van de chiropractoren. Vanuit de kinesitherapie werden manipulatieve technieken wetenschappelijk onderbouwd. Kinesitherapie en dus ook manuele therapie ontwikkelde zich niet volgens haar eigen filosofie verder, maar onderzocht de werkelijke effecten van bepaalde therapieën en bouwde zo een erkend beroep op. Manuele therapie is ondertussen een universitaire opleiding waarvan je een postgraduaat of een master na master in kan halen.

 

Is er onderbouwing voor cranio-sacrale therapie en viscerale therapie?

Volgens Hartman et al. is er tot 2002 geen substantieel bewijs voor cranio-sacrale therapie. Bijkomend is er tussen de osteopaten onderling (inter-tester betrouwbaarheid) geen betrouwbaarheid in het onderzoeken. Er zijn geen onderzoeken van volgende kwaliteit (gerandomiseerd, geblindeerd, placebo gecontroleerd). Sutherland en Upledger , felle voorstanders van deze tak van de osteopathie, beweerden een effect te kunnen hebben op ADHD, depressie, chronische vermoeidheid en nog enkele andere aandoeningen. Theoretisch gezien zou een osteopaat met deze techniek het cerebrospinaal vocht kunnen voelen stromen met de vingers. Het is vergelijkbaar met water door een buisje voelen stromen waar nog enkele handdoeken rond gewikkeld zijn.

Conclusie

Ik had als uitgangspunt niet therapievormen persoonlijk te raken, maar wel duidelijkheid te scheppen vanuit het wetenschappelijk standpunt. Los van enkel het wetenschappelijke, is ook het effect in de praktijk belangrijk. Als laatste tip naar de patiënt toe, wees kritisch! Het is jouw lichaam. Jij bent verantwoordelijk voor het aanvoelen of iets werkt of niet en communiceer daarbij met je therapeut.

Referenties

  1. Pettman, The journal of manual and manipulative therapy, 2007

Hartman SE, Norton JM. Interexaminer reliability and cranial osteopathy. Scientific Review of Alternative Medicine 6(1):23-34, 2002

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *